Aartjan van Erkel is marketingspecialist en succesvol ondernemer. Zijn bedrijf richt zich op de online marketing van ondernemingen. Over dit onderwerp schreef hij ook twee succesvolle boeken. ‘Verleiden op internet’ (2011) en ‘Maak ze gek!’ (2016). Wie is de man achter deze boeken en wat drijft hem? Journalist Marianne van de Werken sprak hem.

Auteur: Marianne van de Werken Fotografie: Gaby Ermstrang

Als ik in Bunnik arriveer bij het kantoor van Aartjan, ben ik oprecht onder de indruk. Het oude raadhuis heeft een sfeervolle uitstraling en op de bovenverdieping is het muisstil. Aartjan vertelt dat dit één van de redenen is waarom hij hier zo graag werkt. De stilte geeft hem de gelegenheid om webinars op te nemen zonder gestoord te worden en op ieder tijdstip te werken dat het hem uitkomt.

Zonder dat we het doorhebben, zijn we eigenlijk al gestart met het interview. Aartjan vertelt honderduit over zijn webinars, zijn marketing en zijn bedrijf, maar dat is eigenlijk niet waar ik naartoe wil. Want wat schuilt er nu achter deze marketinggoeroe? Hoe kwam het ooit zover dat hij zich in ging zetten om de verkoopcijfers van andere bedrijven te laten groeien?

Middenstandskind

Aartjan groeide op in een echte middenstandsfamilie. “Mijn ouders hadden een decorettewinkel, mijn oom had een kruidenierswinkel in Rotterdam, mijn opa was melkboer en mijn overgrootvader ook. Mijn andere overgrootvader was fietsenmaker en aan die kant van de familie was er nog een opa die een drogisterij had. Dus het waren allemaal middenstanders. Mijn vader heeft onlangs een genealogieonderzoek laten doen naar onze familie. Honderden jaren geleden waren het allemaal molenaars en boeren. Allemaal kleine mkb’ers. Dat zit mij dus zeker wel in het bloed. Maar ik vond dat allemaal veel te hard werken. Ik keek naar mijn ouders en dacht; dat gaan we dus echt niet doen.”

Als Aartjan iets zeker wist, dan was het dat hij nooit als zelfstandige aan de slag wilde. Een baan in loondienst, dat zou hem gelukkiger maken. “Toen ik net van de universiteit afkwam wist ik een ding zeker: ik ga sowieso niet ondernemen. Want ik zag mijn ouders natuurlijk in die winkel. Mijn vader stond 53 uur per week achter de toonbank en als hij thuiskwam moest hij ook nog eens de administratie doen. Dat was mijn realiteit van het ondernemerschap; héél veel uren maken. Mijn moeder was ook veel in de winkel. Ze heeft het altijd moeilijk gevonden dat ze vaak niet thuis was als wij thuiskwamen uit school. En daar kan ze nu nog een schuldgevoel over hebben. Maar ik neem mijn ouders helemaal niks kwalijk, want zij deden gewoon wat ze moesten doen.”

Van werken in loondienst naar freelancen

Na zijn studie Algemene Letteren aan de Universiteit van Utrecht werkte Aartjan daarom al snel voor een baas. “Elke ochtend reisde ik van Utrecht naar Breda. Wat ik me daar vooral van herinner, was dat het herfst was en donker buiten. ’s Avonds als ik terugreisde, was het weer donker. De hele dag moest ik op strakke tijden werken met collega’s die ik niet zelf had uitgezocht. Sommige collega’s vond ik wel leuk, andere niet. Maar ik moest toch met ze werken. Toen vroeg ik me af: is dit het? Is dit nou wat ik wilde? Werken in loondienst ging voor mij echt niet werken. Ik werd er helemaal depressief van.”

Dat was het moment dat hij besloot om als freelancer aan de slag te gaan. “Ik had op dat moment een vriendin in Spanje. Dus besloot ik vertaalwerk te gaan doen, want misschien kon ik daarmee wel in het buitenland werken. Toen ben ik softwarevertaler geworden. Op de universiteit ben ik afgestudeerd op softwarehandleidingen. Daar ben ik me verder in gaan verdiepen en ik heb een onderzoek in Madrid gedaan. Ik voelde mezelf een echte ondernemer, want ik nam opdrachten aan en ik had geen baas. Dat vond ik al beter dan werken in loondienst en dat heb ik toen een jaar of tien gedaan.

Helaas, vertaalwerk bleek slecht te betalen, terwijl het toch echt vakwerk is. Het is moeilijk werk, dat uitgevoerd wordt door vaak introverte mensen, die weinig onderhandelen over het tarief. Dus toen ben ik tekstschrijver geworden. Eerst allround en later op software en websites gericht.

In die tijd ben ik me echt gaan richten op het schrijven van websites. Dat heb ik een aantal jaren gedaan. Ik werkte steeds meer voor e-commerce bedrijven, zoals SNS-bank, Ditzo en Triodosbank. Bedrijven die internet gebruiken als hun voornaamste kanaal. Ik ben me gaan verdiepen in wat je moet schrijven op een website om ervoor te zorgen dat hij beter converteert, dus dat bezoekers klanten worden. En daar bleek eigenlijk weinig kennis over te zijn binnen het Nederlandse taalgebied.”

Schrijven voor geïrriteerde mensen

Een gat in de markt dus! En dat blijkt ook wel als je naar de verkoopcijfers van zijn boeken kijkt. Juist door de ervaring met het schrijven van softwarehandleidingen, weet hij nu hoe hij een goede tekst moet neerzetten. “Wat ik echt leuk vond aan het schrijven van die handleidingen is dat je schrijft voor mensen die geïrriteerd zijn. Ze balen dat een apparaat niet werkt of dat de software niet doet wat ze willen. Pas als ze er echt niet zelf uitkomen, pakken ze de handleiding. De meeste mensen doen dat niet van harte, dus je hebt geïrriteerde mensen voor je.

Dat vond ik grappig om me te realiseren. De tekst moet superstrak zijn, want als er een woord te veel staat, dan worden ze nog geïrriteerder. Mijn basis is ultraduidelijk en ultrakort willen schrijven en dat pak ik nu nog steeds mee als ik een tekst schrijf. Er moeten geen struikeldingetjes inzitten. Je moet het kunnen inademen. Dat is altijd mijn basis gebleven.”

Investeren in jezelf en het ontwikkelen van cursussen

We zijn al enige tijd verder, als ik me realiseer dat we het nu slechts over de achtergrond van Aartjan hebben gehad. We raken niet uitgepraat over zijn werk en gedurende het gesprek komen er waardevolle tips langs die voor iedere ondernemer de moeite waard zijn. We praten over het opschalen van je bedrijf, het durven investeren, het ontwikkelen van winstgevende cursussen en het verhogen van je tarieven naar mate het succes van je bedrijf toeneemt.

Wat hij daarover te vertellen heeft, lees je in het tweede deel van het interview met Aartjan van Erkel.